Een wisseling van baan kan goed zijn voor de loopbaan. Het betekent ook een nieuw pensioen. Door veel deelnemers wordt het als nadeel ervaren meerdere pensioenen te hebben. Er bestond al langer het wettelijk recht op waardeoverdracht maar dit moest binnen zes maanden na wisseling van werkgever worden uitgeoefend. Bovendien: vergelijk je het ene pensioen met het andere? En doe je goed aan waardeoverdracht?
Gelukkig zijn er wat versimpelingen gekomen. De eerste is in 2015 van kracht geworden met het vervallen van de periode van 6-maanden. Hierdoor hoeft een verzoek tot opgave van waardeoverdracht niet meer binnen zes maanden na wisseling van werkgever te worden gedaan, maar kan na begin bij een nieuwe werkgever altijd worden gedaan.
Een andere versimpeling is de manier waarop met kleine pensioenen wordt omgegaan. Een pensioen is een klein pensioen als de jaarlijkse uitkering niet meer is dan € 474,71 per jaar. Dit bedrag geldt als maximum voor 2018. Voor dit soort kleine pensioenen zijn de administratiekosten relatief hoog. Het is efficiënter om zo’n klein pensioen samen op te voegen met een grotere, actieve ‘pot’.
Pensioenuitvoerders hadden altijd al het recht om dit soort kleine pensioenen af te kopen. De deelnemer kreeg de waarde van de aanspraak ineens uitgekeerd. De nadelen van afkoop zijn duidelijk: Over de uitkering moet meteen belasting worden afgedragen en het pensioen vervalt. Dus in plaats dat het kleine pensioen bijdraagt aan de oudedagsvoorziening, is het ineens netto geld.
Vanaf dit jaar (2018) bestaat een nieuwe mogelijkheid en versimpeling: pensioenuitvoerders kunnen ervoor kiezen mee te doen aan automatische waardeoverdracht. Het opgebouwde kleine pensioen gaat dan automatisch naar de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever. Zo hoeft er niet te worden afgerekend en blijft het opgebouwde pensioen ook echt pensioengeld.
Het is mogelijk dat een werknemer uit dienst gaat zonder dat sprake is van een nieuwe werkgever en nieuwe pensioenregeling, Als dit zo is en er binnen vijf jaar geen sprake is van een nieuwe pensioenuitvoerder dan mag de oude pensioenuitvoerder het kleine pensioen alsnog afkopen. Daarvoor moet de oud-werknemer wel toestemming geven.
De pensioenuitvoerder kan er ook voor kiezen om niet mee te doen met de automatische waardeoverdracht. Dan blijft het kleine pensioen gewoon staan. Nog niet alle pensioenuitvoerders hebben al een definitieve keuze gemaakt, maar de meeste pensioenuitvoerders hebben te kennen gegeven voor automatische waardeoverdracht te kiezen.
Van een heel klein pensioen is sprake bij een uitkering van minder dan € 2,00 per jaar. Deze kleine pensioenen vervallen zonder afkoop bij einde dienstbetrekking in 2018 of later. Vanaf 1 januari 2019 kunnen pensioenuitvoerders er bovendien voor kiezen om deze kleine pensioenen te laten vervallen van deelnemers die al eerder uit dienst gingen.