Onderzoek naar loskoppeling AOW-leeftijd en levensverwachting

Het kabinet moet onderzoeken of de AOW-leeftijd minder snel moet stijgen dan de levens-verwachting. De oppositiepartijen GroenLinks, PvdA en SGP vroegen dinsdag samen met coalitiepartners VVD, CDA, D66 en ChristenUnie om zo’n onderzoek in het debat met minister Koolmees van Sociale Zaken. Ook gaat het kabinet kijken naar het oprekken van de herstel-termijnen van pensioenfondsen.

De Kamermeerderheid wil dat de regering onderzoekt hoe oud Nederlanders in de toekomst worden en wanneer ze met pensioen kunnen. De partijen vragen of de AOW-leeftijd bijvoorbeeld een halfjaar of driekwart jaar zou kunnen mee stijgen met elk jaar dat de levensverwachting oploopt. Ze willen weten wat dat kost. Nu is het nog zo dat de stijging van de AOW-leeftijd vanaf 2022 gelijk opgaat met de levensverwachting.

In gezondheid ouder worden

Minister Wouter Koolmees noemde het dinsdag een goed idee. “Als we inderdaad weliswaar ouder worden, maar niet in gezondheid ouder worden, dan is het natuurlijk op de langere termijn onhoudbaar dat die AOW-leeftijd blijft stijgen, terwijl mensen die AOW-leeftijd niet gezond kunnen halen”, zei hij in het debat.

Het kan volgens de bewindsman zelfs een doorbraak genoemd worden. De koppeling tussen pensioenleeftijd en levensverwachting was een groot struikelblok bij het stuklopen van de pensioenonderhandelingen. Hij verwacht dat de brede steun in de Kamer voor een heroverweging van de een-op-een koppeling de vakbonden vertrouwen moet geven dat AOW-leeftijd en levens-verwachting op termijn helemaal wordt losgelaten.

Aanpassing hersteltermijnen

In het debat kondigde GroenLinks bovendien aan met een initiatiefwetsvoorstel te komen om kortingen op de pensioenen in 2020 en 2021 te voorkomen. Die kortingen dreigen door het mislukken van het pensioenoverleg. GroenLinks wil pensioenfondsen twee jaar extra de tijd geven om alsnog genoeg vermogen op te bouwen. Dat betekent dat de hersteltermijn zeven in plaats van vijf jaar wordt. In de tussentijd kunnen werkgevers, vakbonden en kabinet proberen om toch tot een nieuw pensioenstelsel te komen.

Premier Mark Rutte zei “met een open blik” naar het voorstel te gaan kijken. Hij wees wel op de risico’s die eraan kleven. “Het is een andere vorm dan aan de knop van de rente draaien. In uw voorstel gaat de termijn van vijf naar zeven jaar. Ik blijf dat kwetsbaar vinden, omdat je daarmee uiteindelijk toch een groter risico gaat nemen – een steeds groter risico naarmate die termijn verder opschuift – met de belangen van de mensen in die fragiele balans tussen jong en oud in het pensioenstelsel”, aldus Rutte tegen GroenLinks-fractieleider Jesse Klaver.