Waarom wil het kabinet die doorbraak, zo slecht gaat het toch niet? Ook HR doet toch al het nodige op het gebied van ontwikkeling van werknemers?
Dat klopt allemaal. Het kabinet erkent dat Nederland het internationaal gezien goed doet op het gebied van Leven Lang Ontwikkelen. Er zijn lectoraten opgezet. Verder zijn er circa honderd Opleidings- en Ontwikkelfondsen. Bedrijven en fondsen geven jaarlijks 1,7 miljard euro uit aan opleidingen. In de afgelopen twee jaar heeft 54 procent van alle werkenden een of meer cursussen gevolgd. Ouderen doen meer aan scholing dan vroeger. Werkgevers en sociale partners investeren ten slotte veel in scholing en ontwikkeling van werkenden via bijvoorbeeld cao’s en HR-beleid.
Maar?
Het blijken vooral jongeren en hoogopgeleiden die van scholing en ontwikkeling gebruikmaken. Laagopgeleiden, flexwerkers en werkenden in kleine bedrijven nemen relatief minder vaak deel aan scholing. Soms vindt omscholing ook te laat plaats, waardoor mensen werkloos raken. Daar komt de uiterst dynamische arbeidsmarkt nog eens bij, waarop ingespeeld moet worden. Zo zegt minister Koolmees: ‘De arbeidsmarkt verandert in rap tempo. Bijvoorbeeld door nieuwe technologieën, digitalisering, de energietransitie. Er komen nieuwe banen bij, andere verdwijnen juist. Om aan de slag te blijven moet je regelmatig bijscholen. Zo krijg je meer grip op je eigen loopbaan. Daarom wil het kabinet zorgen voor een doorbraak op gebied van Leven Lang Ontwikkelen.’ Een Leven Lang Ontwikkelen is volgens het kabinet dus geen nice-to-have, maar een absolute must voor iedereen. Alleen zó kunnen mensen zich op tijd voorbereiden op veranderingen in hun werk en zo duurzaam inzetbaar blijven in een steeds dynamischere arbeidsmarkt.
Niet alleen voor mensen zelf, maar ook voor de maatschappij en de economie is een Leven Lang Ontwikkelen van belang. Het zorgt ervoor dat de kennis en vaardigheden van werkenden goed aansluiten bij de banen van nu en de toekomst. Hierdoor functioneert de arbeidsmarkt beter en wordt deze inclusiever. Bovendien stijgt zo ook de arbeidsproductiviteit. Verder stimuleert een Leven Lang Ontwikkelen innovatie en draagt het bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Een goed toegeruste beroepsbevolking leidt verder niet alleen tot meer productiviteit, maar ook tot minder ziektekosten, minder werkloosheidsuitkeringen, minder criminaliteit en hogere belastinginkomsten.
Het is duidelijk dat er wat moet gebeuren, maar wat vindt het kabinet dan ‘een doorbraak’?
Van een doorbraak is sprake als mensen echt meer invloed en regie hebben op hun eigen loopbaan en zich kunnen aanpassen aan alle genoemde veranderingen op de arbeidsmarkt. Het kabinet wil daarbij van ‘repareren’ naar ‘vooruitkijken’: mensen moeten zich niet pas gaan scholen bij werkloosheid of dreigend baanverlies, maar leren en ontwikkelen zien als vanzelfsprekende onderdelen van hun werk en hun leven.
Hoe wil het kabinet deze doorbraak bewerkstelligen?
Met een groot, gezamenlijk actieplan van werkgevers- en werknemersorganisaties, onderwijs-instellingen, uitvoeringsorganisaties en het kabinet zelf. In 2019 wordt er al ruim 10 miljoen euro voor uitgetrokken. De belangrijkste pijlers van dit actieplan zijn: eigen regie stimuleren; Leven Lang Ontwikkelen stimuleren in het mkb; de ondersteuning van werkenden en werkgevers bij Leven Lang Ontwikkelen verbeteren; het scholingsaanbod voor volwassenen flexibiliseren; afspraken maken met sociale partners.
Kan dat iets concreter?
In de Kamerbrief over Leven Lang Ontwikkelen geeft het kabinet inderdaad duidelijke voorbeelden waaruit blijkt dat het menens is. Om meer invloed te krijgen op de eigen loopbaan moet het bijvoorbeeld inzichtelijker worden welke scholingsmogelijkheden er allemaal zijn. Er komt ook meer ondersteuning voor werknemers in de vorm van voorlichting, loopbaanadvies en coaching. Het aanbod van onderwijs wordt flexibeler. Kleine bedrijven worden aangemoedigd om ook aan bijscholing en omscholing te doen.
Het kabinet gaat daarnaast helpen bij de realisatie van een individueel leer- en ontwikkelbudget voor iedereen. Het gaat om een nieuw instrument, waarmee ook in het buitenland nog weinig ervaring bestaat. Als eerste stap wil het kabinet een digitaal overzicht ontwikkelen van individuele scholingsmogelijkheden en – op termijn – ook bijpassende financiële tegemoetkomingen. Voor deze meerjarige investering komt 218 miljoen euro beschikbaar.
In sommige bedrijven en sectoren zijn er al zogeheten individuele leer- en ontwikkelrekeningen, in de vorm van leerrekeningen, vouchers of trekkingsrechten. Deze zijn allemaal bedoeld om de werknemer meer regie te geven op zijn of haar ontwikkeling. Het kabinet gaat uitbreiding ervan stimuleren door verbetering van de randvoorwaarden en belastingaftrek.
Kortom, HR gaat de komende jaren ongetwijfeld een rol spelen in de realisatie van deze kabinetsplannen.